Collega Jos blikt terug op zijn loopbaan binnen Stadlander
15 september 2020
‘Dat waren geweldige tijden, het van invloed mogen zijn én ertoe doen’
In de Week van de Loopbaan willen wij stilstaan bij twee collega’s die een bijzonder verhaal delen over hun carrière binnen Stadlander. Eén daarvan is Jos van Kerkhof.
Jos is een gewaardeerde collega met ontzettend veel kennis en ervaring van onze organisatie. Jos (63) vertelt over zijn loopbaan, de kansen die hij heeft aangegrepen en wat hij de jonge generatie wil meegeven.
Jos, we zijn nieuwsgierig: wat trekt jou het meest aan in de sociale huisvesting?
“Dat je bezig mag zijn met iets wat voor mensen héél belangrijk is: wonen in de meest ruime zin van het woord. Niet alleen het fysiek hebben van een huis, maar dat je kunt functioneren in een buurt die prettig en aangenaam voor je is. Een omgeving waarin je gestimuleerd wordt om nieuwe contacten te leggen en waar het sociale aspect voorop staat.”
Wat was voor jou de grootste trigger om in deze branche te gaan werken?
“Ik werkte voorheen in diverse commerciële functies bij bedrijven als snoepfabrikant Venco en snackfabrikant Beckers. Als je het vergelijkt met waar ik vandaan kom, miste ik hetgeen wat er écht toe doet. Een baan waarin je iets voor een ander kan betekenen. Dat was voor mij de grootste trigger om te switchen.
Veel mensen kennen de corporatiewereld niet. Terwijl het heel complex is, rijk aan historie, met enorm veel ins en outs. Je mag mensen aan één van hun belangrijkste behoeftes helpen: een prettige en veilige woonomgeving. En dan specifiek voor mensen die daar minder zelf voor kunnen zorgen. Door een laag inkomen of door andere omstandigheden. Dat is in mijn ogen pas echt waardevol!”
Welke kansen heb je gehad om je eigen loopbaan naar voorkeur in te richten?
“Wat ik als heel waardevol heb ervaren: het project herstructurering van de wijk Fort-Zeekant. Daar ben ik vanaf de start actief bij betrokken geweest. In het begin was dat vooral pionieren: dingen voor het eerst doen én uitvinden, zien mislukken én slagen. Dat was heel erg leuk! Het mooiste daarvan is dat je in de wijk Fort-Zeekant bewoners ziet veranderen van mensen met een treurige blik naar wijkbewoners met een trotse uitstraling.
Weer hoop geven voor een mooie toekomst. Daar ben ik trots op!
Mensen kregen weer hoop in de toekomst, dankzij de activiteiten waar wij een bijdrage aan hebben geleverd. Als je voor mensen zoiets kan en mag betekenen. Dat je een situatie met weinig perspectief kan veranderen naar hoop voor een mooie toekomst. Dan ben ik daar wel heel erg trots op!”
Het aspect ‘veranderen’ komt steeds terug in dit gesprek. Hoe belangrijk is dat voor jou?
“Héél belangrijk. Ik heb een achtergrond in bedrijfskunde met een reden: dit vak is heel breed en komt mij ten goede omdat ik altijd alles leuk vindt. Ik heb nooit kunnen kiezen! Wat wil ik later worden als ik groot ben? Geen idee, en dat weet ik nog steeds niet. Het mooie aan de corporatiewereld: als werknemer kun je je helemaal uitleven. Er is altijd iets te doen en dat maakt het werk nooit saai. Voor mij kan er nooit genoeg veranderen.
Ook niet binnen de organisatie. Waar we in 1998 nog werkten voor de kleine woningstichting Spectrum met zo’n 6.500 woningen, is dat in 2003 verandert in Wonen-Brabant en in 2011 in Stadlander. De organisatie heeft nu zo’n 14.500 woningen onder zijn hoede in een enorm groot werkgebied: van Steenbergen in het noorden tot Putte aan de Belgische grens, en van Roosendaal in het westen tot aan het Zeeuwse Stavenisse. In de corporatiesector zit heel veel dynamiek.”
Je bent 10 jaar lang voorzitter geweest van onze Ondernemingsraad. Hoe kijk je daar op terug?
“Toen er behoefte was aan een nieuwe plek in de Ondernemersraad, zei ik tegen mezelf: ‘Het wordt tijd dat je je verantwoording pakt’. Ik heb mijn directeur ingelicht dat ik mezelf kandidaat wilde stellen. ‘Dat moet kunnen’, is wat hij letterlijk zei.
Kort na mijn aantreden werd een reorganisatie aangekondigd. Die mocht ik mede-begeleiden en van advies voorzien. Als het goed gaat met het bedrijf is er voor de OR niet veel werk. Maar als het slecht gaat, dan ben je ineens de vertegenwoordiger van de werknemer die onder druk komt te staan.
Vanaf 2013 hebben werknemers twee jaar in onzekerheid geleefd. Ze wisten dat er werknemers moesten vertrekken, maar ze wisten niet wie? Als OR krijg je op zo’n moment een hele grote rol en verantwoordelijkheid, dat waren als OR-lid geweldige tijden: het van invloed mogen zijn én ertoe doen!”
Je gaat bijna met pensioen, anderen gaan het stokje van je overnemen. Wat zou jij aan de jonge generatie willen meegeven?
“Ik zie veel jonge professionals toetreden binnen ons bedrijf. Het werk wordt steeds complexer, maar ook de wetgeving, de techniek en de samenleving. Door die toename kan het best zijn dat werknemers snel worden afgeleid van de kern waarvoor wij écht staan: de huurder die ons nodig heeft, in de breedste zin van het woord. Het is belangrijk dat ze de focus daarop leggen.
Blijf bij de kern waarvoor wij echt staan: de huurder die ons nodig heeft, in de breedste zin van het woord
Hoewel ik absoluut uitkijk naar mijn nieuwe levensfase, stap ik er wel met dubbele gevoelens in. Een nieuwe levensfase biedt nieuwe uitdagingen, maar ik besef me wel dat ik het vertrouwde ga kwijtraken. De collega’s ga ik missen, maar ook Stadlander als werkgever! Als je daar werkt, mag je je handen dichtknijpen.”