Met vuilniszak en knijper gaan de ‘Vijf van Bunthof’ er wekelijks tegenaan: ‘Ook van voorbijgangers krijgen we complimenten’
4 februari 2022
Rotzooi rond de Bunthof in Bergen op Zoom ligt er nooit lang. Vijf vrijwilligers – waar Stadlander trots op is – houden de omgeving goed schoon. Bewapend met vuilniszak en knijper gaat een vijftal bewoners er wekelijks tegenaan. We spraken met Wim Kuijten, een van deze parels.
Elke woensdagochtend is het vaste prik en gaan Guust van Baal, Adri Meesters, Wim Kuijten, Harrie Koopman en Jaap van der Reiden op pad om vuil te ruimen rond de Bunthof, de plek waar ze allemaal een woning van Stadlander huren.
Niet dat ze alle vijf tegelijk in actie komen: ze doen het steeds met twee man sterk. Een vuilniszak en een knijper, dat is het gereedschap waarmee ze per keer een half uurtje op pad gaan. Is er veel of weinig vuil? Dan wordt het rondje automatisch iets korter of langer.
Ligt er in de herfst veel blad? Dan komt een van hen in actie met de bladblazer die Stadlander ter beschikking heeft gesteld. Wanneer er een stapel met zakken is gedropt (want ook dat komt voor) maken de vijf gebruik van de BuitenBeter app. Daarmee wordt een melding bij de gemeente Bergen op Zoom gedaan. En dat werkt inmiddels goed, weten de vijf, want het vuil wordt snel opgehaald.
We mochten op een grijze najaarsochtend meekuieren met Wim Kuijten. Handig wurmt hij de plastic zak in een speciale houder zodat het vuil er makkelijk in kan worden gestopt. Vooraf wil Wim al wel kwijt: “Wij zijn geen controleurs of conciërges.”
Met andere woorden: ze ruimen op wat er op te ruimen valt rond hun woongebouw, maar vermanende of berispende woorden tegenover medebewoners blijven achterwege, tenzij ze zien dat iemand het wel heel bont maakt.
“Er werd in het verleden veel naar beneden gegooid vanaf de flat. Dat is inmiddels gelukkig een stuk minder.” Helaas zien ze nooit wie dat doet, en daarom houden de Vijf van de Bunthof meestal hun mond en pakken de prikstok.
Dat het de moeite loont om dat wekelijkse toertje rond het flatgebouw te maken is na luttele minuten al duidelijk. Wim hoeft niet te zoeken. Van een vieze onderbroek tot een poepluier, papiertjes, belegde broodjes, lege wiedzakjes, sinasschillen, blikjes, alles verdwijnt in de plastic zak.
“Soms is ie helemaal vol, maar niet altijd.” Dat er zoveel rommel ligt heeft niet alleen te maken met het feit dat er zoveel mensen wonen (de Bunthof alleen al telt 182 appartementen, de Groeshof verdubbelt dat aantal) maar ook met het feit dat het parkeerterrein tussen beide gebouwen een soort van niemandsland is. Hier strijken ook andere bezoekers neer, zo is te zien aan de bakjes van de McDonalds die achteloos zijn neergegooid op een van de parkeervakken. “En dat terwijl de Mac op de Bergse Plaat zit. Dan vraag je je toch af wat ze hier komen doen.”
Wim kan er slechts zijn schouders bij ophalen. Hij blijft stug doorgaan met ruimen. “Kijk, je kunt in een situatie als hier bij de Bunthof twee dingen doen: je ergeren en niks doen of aanpakken en opruimen.”
Hij kiest nadrukkelijk voor dat laatste. “De bewoners waarderen het dat we dit doen en ook van voorbijgangers krijgen we complimenten.’ Het opruimen zit Wim inmiddels zo in het bloed dat hij, als hij om boodschappen gaat in de nabijgelegen Aldi-supermarkt, onderweg alles wat er aan vuil ligt opraapt. “Dat gooi ik dan gewoon eventjes in de afvalbak.”
Met zijn vijven redden ze het voorlopig prima. Ze maken daarbij duidelijke keuzes: de Groeshof, waar het vuilprobleem duidelijk groter is, is niet hun terrein. “Wat bij die buurflat ligt, blijft liggen. Dat is aan de bewoners van die woningen en aan de mensen van het WVS, het werkvoorzieningschap. Dat hebben ze samen afgesproken!”
Hun volle zakken hoeven ze niet zelf af te voeren, dat doet Stadlander. Opgeruimd staat netjes. Dat weten Guust, Adri, Wim, Harrie en Jaap als geen ander.