Huren in de jaren ’70: “Gebreken aan de woning kunt u alleen maar schriftelijk indienen”
27 september 2023
Twee kinderen en de derde onderweg? Reden genoeg voor Adrie en Nonnie Kommers om begin jaren ’70 uit te kijken naar een goed huurhuis voor hun jonge gezin. Klinkt heel logisch. Maar wie nu ruim 50 jaar later naar de regeltjes van toen kijkt, fronst toch wel de wenkbrauwen. Zeker als het echtpaar, inmiddels 78 en 75 jaar oud, hun verhaal doet.
“Nonnie was zwanger van onze jongste. Maar we kregen geen huurhuis. Dat kon pas als het kind ook echt geboren was. Eerder kwamen we niet in aanmerking.” Ze kunnen er nu om lachen. Maar toen wat minder. Want het huis dat ze in de Schoolstraat hadden, was minder geschikt om er met een kinderwagen in en uit te gaan. “We moesten achteruit de deur uit.” Zo smal was alles er.
Toen de derde was geboren klopte Adrie weer aan. “Ze zeiden ‘gefeliciteerd’ en gaven de sleutel.” Zo konden ze met hun drie kinderen verhuizen naar de Populierlaan in de nieuwbouwwijk Gageldonk-West. Naar een woning van het Gemeentelijk Woningbedrijf, één van de voorlopers van woningcorporatie Stadlander. Die nieuwe woning had overigens ‘slechts’ 3 slaapkamers, dat dan weer wel. Waardoor 2 van de kleine Kommertjes bij elkaar moesten slapen.
‘De wagonnetjes’
Adrie en Nonnie bleven er 50 jaar wonen. Pas vorig jaar besloot het echtpaar dat het gezien hun leeftijd toch tijd was om te vertrekken, naar een eigen koopappartement elders in de stad. “Er was nog slechts een bewoonster die er langer woonde dan wij.” Om zich heen zagen ze de wijk veranderen, mensen komen en gaan. “Toen we op de Populierlaan gingen wonen zaten in die woningen vooral ambtenaren, politiemensen, militairen. Onze huizen noemden ze ook wel de wagonnetjes, vanwege de ronde daken.” Handig als Adrie is, maakte hij de woning helemaal naar zijn zin. “Wat mijn ogen zien, kunnen mijn handen maken.”
Origineel huurcontract uit 1972
Daarom deed hij bijna alles zelf. Aankloppen bij dat Gemeentelijk Woningbedrijf voor gebreken was nog niet zo simpel toen. Dat blijkt wel uit het originele huurcontract uit 1972 dat het echtpaar bij vertrek aan Stadlander overhandigde. Onder het kopje Uw medewerking bij het onderhoud der woning lezen we:
“Als U klachten hebt over gebreken aan woningen en uit onderstaande toelichting blijkt, dat de eigenaar deze moet verhelpen, kunt u deze klachten alleen maar schriftelijk indienen.
Om U hierbij te helpen vindt U achterin een vijftal formulieren die U hiervoor moet gebruiken. Inlevering van het ingevulde formulier kan geschieden door deponering in de brievenbus van het kantoor Parade nr. 4 of per post.”
Leve het Klanthuis van Stadlander, denk je als je dat leest. Want al had je als huurder zo’n formulier keurig ingevuld en afgegeven bij het Gemeentelijk Woningbedrijf, dan was er nog niet zomaar actie.
“Naar aanleiding van Uw ingediende klacht bestaat de mogelijkheid dat vóóraf een ambtenaar van de onderhoudsdienst een nader onderzoek in moet stellen. Daarom zou ik U, in Uw eigen belang willen aanraden er voor zorg te dragen dat er iemand thuis is.”
Wanneer die iemand dan thuis moest zijn? Dat wordt in het midden gelaten. Het meeste loste Adrie gelukkig zelf op. “Ze hebben aan ons niet veel kosten gehad”, lacht hij.
Tuinvruchten
Er staat meer fraais in dat contract van toen. Zoals artikel 17. “Bij het beëindigen der huurovereenkomst zal geen vergoeding wegens ontruiming gegeven worden, met name niet voor tuinvruchten of gedane bemesting.” Alsof iedereen toen een moestuin achter de woning had!!
Ook bijzonder: “Zonder voorafgaande schriftelijke vergunning van de huurster is het de huurder verboden om:
(…) Huisdieren te houden, uitgezonderd 1 hond en/of 1 kat.
Schuttingen of getimmerden te maken of te hebben (…)
En wat te denken van artikel 11b:
Bij bewoning van etagewoningen, galerijwoningen, duplexwoningen of andere dubbele woningen is het verboden: het kloppen van matten, tapijten, etc. na 10 uur des voormiddags.
Coulance
Was in het reglement met de blik van nu alles strak geregeld, in de praktijk viel het allemaal best mee. “We hebben nooit controle gekregen hoor.” De uitbouw die Adrie zelf maakte, mocht blijven staan na de verhuizing. “Coulance noemen ze dat.” Klinkt heel anders dan de strakke spelregels van toen!
Adrie en Nonnie betaalden toen ze in 1972 aan de Populierlaan gingen wonen 76 gulden huur. Anno 2023 ligt de huurprijs een paar honderd euro hoger. “We hebben wel onder meer dubbel glas en isolatie gekregen. Maar we stookten al die tijd met 1 gaskachel in de woonkamer en verder niks”, zeggen ze. Dat volstond! Terug naar Gageldonk-West verlangen ze niet. “Maar de wijk wordt wel heel mooi.”