Jan Heijnen voelt zich helemaal thuis in de Nachtegaal
11 juli 2022
Nee, zingen kan Jan Heijnen niet. Wel accordeon spelen. Ook steekt Jan de loftrompet over wonen in de Nachtegaal. Samen met zijn vrouw Riet woont hij nu alweer bijna drie jaar in de Nul-op-de-Meter appartementen in Vogelenzang, het hart van Halsteren. Die energierekening, je gelooft je ogen niet: telkens valt het mee. “Alles wat ons is beloofd, komt uit.”
Jan (78) woonde lang in de Leeuwerik, het woongebouw dat is gesloopt. Vanuit zijn raam kijkt hij uit op zijn oude woonplek, die nu weer bouwrijp wordt gemaakt voor de nieuwe Leeuwerik. Pas werden de heipalen in de grond geboord en Jan was een aandachtig toeschouwer. “Ik ben zelf heimachinist geweest.”
Verhalen
Jan speelt niet alleen mooi op de accordeon. Hij kan ook verhalen vertellen. Over zijn jeugd in De Heen, waar hij de watersnoodramp heeft meegemaakt. “Boerenjongens die terugkwamen uit de vroege mis maakten ons wakker. Zo ver je kon kijken was er water.” Jan speelde ook bij Val Aan, de voetbalclub uit het dorp, die al lang ter ziele is. “Je moest niet alleen tegen een bal leren schoppen, vechten hoorde er ook bij.” Jan heeft het niet cadeau gekregen, zoals veel van zijn generatiegenoten hard hebben moeten werken.
“Vanaf mijn veertiende met pa en mijn drie broers mee. Draineren in Zeeland.” Van alles heeft Jan gedaan, van kabels leggen en lassen tot het bedienen van de heikraan. “Ik heb de brug naar Tholen nog helpen bouwen.” Veel grote civiele werken van vroeger komen voorbij. Neeltje Jans, de metroaanleg in Rotterdam en Amsterdam, Jan was overal bij. “In Leiden heb ik de burgemeester bij het heien van een eerste paal nog eens uit mijn kraan gestuurd. Hij zat aan alle hendels, behalve de goede.”
Blij
Het levensloopbestendige appartement van Jan en Riet is ruim opgezet en voorzien van alle moderne wooncomfort. Jan is blij dat hij in het dorpshart kon blijven wonen, nadat de verouderde Leeuwerik tegen de vlakte moest. “Je zit hier overal vlakbij en er is altijd parkeerruimte voor de deur.” Ze krijgen Jan nooit meer weg uit de Nachtegaal, zegt hij. ”Zal ik trouwens nog een riedelke speule?”