Kijkdag Archeologie: de rijke historie van de plek van de Scheldeflat
17 juni 2024
Een glasscherfje. Wie kan daar opgewonden van raken. Je ziet het bijna niet. Maar het ontsnapt niet aan het getrainde oog van archeologen Marco Vermunt en Hendrik Uleners. “Uit de Merovingische tijd”, concluderen ze. “Heel bijzonder, glas uit die tijd zie je niet vaak.”
Merovingisch is ergens tussen het jaar 650 en 800. Lang geleden. De vroege Middeleeuwen noemen we dat. En die komen tevoorschijn op het terrein van de Scheldeflat waar op dit moment een archeologisch opgraving van formaat plaatsvindt. Een vervolg op een onderzoek dat vorig jaar al plaatsvond.
Het stukje glas gaat meteen in een plastic zakje dat wordt afgevuld met water. Om te conserveren. Dit is één van de speciale momenten tijdens de Kijkdag Archeologie op de plek van de oude Scheldeflat. “Het is een bijzonder gebied”, weten Rinus en Ankie van der Wiele, twee bewoners uit Fort-Zeekant die nieuwsgierig zijn komen kijken. Zij hebben in de ruim 40 jaar dat ze aan de Scheldelaan wonen veel zien veranderen. “Toen we kwamen, was het nog eb en vloed en de Bergse Plaat een zandvlakte.” Nu zien ze hoe archeologen en vrijwilligers in een immense kuil centimeter voor centimeter afspeuren.
Verkleuring
“We laten de bezoekers niet in de kuil, dat is niet verantwoord”, meldt stadsarcheoloog Marco Vermunt. Iedereen kan van bovenaf eventjes kijken. Voor ons maakt hij een uitzondering. Samen met Hendrik Ulener van archeologisch bureau SOB Research lopen we het opgravingsterrein op. SOB is als bedrijf ingeschakeld om de opgraving te doen. Daar zijn enkele weken voor uitgetrokken.
In de put ziet alleen de kenner wat er bijzonder is. Als leek zie je zand, putten, kuilen, een verkleuring. “We denken de palen van een boerderij te hebben gevonden”, zeggen ze. Geen echte palen, maar verkleuringen in de grond. Dicht op elkaar. Die vertellen dat hier iets moet hebben gestaan. Dat dit gebied in trek was om te wonen en werken werd vorig jaar al duidelijk tijdens de eerste opgravingen. Archeologen vonden toen onder meer hutkommen. Overdekte werkplaatsjes, uitgegraven in de bodem. Nu is er nog eentje tevoorschijn gekomen. Maar ook aardewerk, stenen, massa’s botten en aanwijzingen dat er met ijzer is gewerkt.
In den Scherminckel
In een standje aan de rand van de put vertellen Elvira Adriaansen en Stephan Asselbergs van de Stichting In den Scherminckel, de club van amateur-archeologen die deze open dag organiseert, enthousiast over de vondsten. Een aantal ligt uitgestald. “Kijk, dit is een Romeinse mantelspeld”, toont Elvira aan Maria Thomas-Goossens die vlakbij woont. “Ik vind het prachtig”, reageert die enthousiast. Enthousiasme dat alleen maar groter wordt als ze ook nog een mes uit de Bronstijd ziet.
Voor Marco Vermunt en Hendrik Uleners staat vast die hier lang geleden volop activiteit is geweest. “Dit was heel vruchtbare grond.” Hendrik kijkt alvast vooruit. Naar het moment dat hier de nieuwe woningen van Schelde Buren staan en park Belvedère is doorgetrokken. “In Vlaanderen is er een voorbeeld dat een hutkom is nagebouwd in een speeltuin.” Het zou een waardige herinnering zijn aan wat hier ooit was. Want over een paar weken gaat de put dicht. Zand over het verleden.