Collega aan het woord: Pam Cremer

‘Een goede gebiedsbeheerder is 90% van de tijd buiten, dat is nu wel anders’

De coronacrisis. Wie heeft hem ooit zien aankomen? Ook wij bij Stadlander werden verrast door het virus. Niet eerder werkten nagenoeg al onze collega’s plotseling vanuit huis. Hoe ervaren zij deze periode? Vandaag aan het woord: Pam Cremer (22), gebiedsbeheerder wijk Oost van Stadlander. Pam is één van de gezichten van de wijk. Altijd is ze op pad. Ze gaat met vele bewoners in gesprek en probeert hun woonsituatie zo prettig mogelijk te maken. Ook zij zit nu thuis.

Pam gaat precies een jaar geleden als trainee gebiedsbeheerder van Stadlander aan de slag. Ze leert de fijne kneepjes van het vak en ruim een half jaar later mag ze zichzelf volwaardig gebiedsbeheerder wijk Oost noemen. Ze is een aanspreekpunt in de wijk en vrijwel altijd op pad. Tot begin maart jongstleden. Pam: “Ik ging op skivakantie in Oostenrijk. Ik weet nog goed dat mijn oma een paar keer bezorgd opbelde. We stelden haar gerust en even later stonden we met onze handjes in de lucht bij de après ski. Geen vuiltje aan de lucht, dachten we. Totdat de eerste mailtjes van Stadlander binnenkwamen: het kantoor is dicht, of we zoveel mogelijk willen thuiswerken. Dan kom je thuis en schrik je wel even van de situatie in Nederland.”

Al snel valt haar oog op het nieuwsitem dat skigebieden een brandhaard van corona blijken. Pam neemt geen enkel risico. Pam: “Uit voorzorg ben ik twee weken binnen gebleven. Het laatste wat je wilt is anderen besmetten. Vanaf het moment dat ik terugkwam, doe ik mijn werk voor Stadlander vanuit huis. Dat is heel gek! Zeker als je nagaat dat ik normaal gesproken altijd in de complexen werk. Als gebiedsbeheerder heb ik een signalerende functie. Ik stap op mensen af en spreek ze aan. Nu moet ik ze gaan bellen. En ben ik afhankelijk van meldingen. Wij lopen nu alleen de noodzakelijke rondes en zo beperkt mogelijk binnen in de complexen. Dus als mensen geen meldingen doorgeven is de kans dat ik het zelf signaleer veel kleiner.”

Zeker in het begin is deze manier van werken enorm wennen. Pam: “Veel mensen die ik nu via de telefoon spreek, daar heb ik geen gezicht bij. Dat is heel gek. Gelukkig hebben sommige complexen actieve bewoners die voor mij een aanspreekpunt zijn. Daar heb ik nu veel contact mee. Als er iets is, dan bellen zij mij op en kan ik een opdracht uitzetten. Dat kan al iets simpels zijn: een kapotte brievenbus.” Deze manier van werken gaat Pam goed af. Hoewel ze stiekem hoopt dat ze snel weer op pad mag. “Een goede collega zei ooit eens: een goede gebiedsbeheerder is 90% van de tijd buiten. Dat is nu wel even anders.”

Toch zit Pam niet bij de pakken neer, sterker nog: deze situatie brengt ook voordelen met zich mee. Pam: “Vergaderingen doen we normaal gesproken met collega’s op kantoor. Vaak kom ik rechtstreeks uit de wijk, maar vanwege de huidige maatregelen mag ik nu online bellen vanuit een wijkpunt of mijn huis. Dat scheelt een hoop tijd.” Ook beseft ze dat ze in haar rol straks nog meer gewaardeerd gaat worden:

“Je merkt dat mensen behoefte hebben aan een persoonlijk praatje. Zeker in tijden als deze waarin dat voor ouderen mensen niet altijd mogelijk is. Ik kijk enorm uit naar het moment dat alles weer is zoals het ooit was.”

Lees voor